#

Uitgewerkt: Hans van den Burg

Uitgewerkt Hans van den Burg

Welkom bij onze rubriek UITGEWERKT waarin we gepensioneerde informaticadocenten interviewen. Onze vijfde gast is: Hans van den Burg.

Hans van den Burg is sinds 2022 met pensioen. Hij was eigenlijk al in 2020 uitgewerkt, maar hielp zijn collega nog twee jaar. Hij is in totaal zo’n 22 jaar informaticadocent geweest. Daarvoor was hij altijd al bezig met programmeren. Het interview is afgenomen door Maarten van Sprang.

De weg tot het pensioen

Hoe is het allemaal begonnen?

“Nadat ik van de HBS afkwam had ik geen flauw idee wat ik moest gaan doen. Ik was natuurlijk leerplichtig, dus had ik me ingeschreven voor de opleiding Bouwkunde in Delft. Daar ben ik eigenlijk bijna nooit geweest, omdat ik rondzwierf in Zuid-Europa. Ik speelde dan als muzikant op straat. Als ik wat speelde waren het altijd bekende liedjes waardoor mensen een glimlach op hun gezicht kregen en dan wat geld gaven.

Ik ben ooit begonnen met informatica op de school waar ik werkte in Terneuzen. Er werd een computerlokaal gemaakt door een heel groot bedrijf wat handelde in chemische producten. Die gaven alle scholen in Zeeuws-Vlaanderen een computerlokaal. In de lokalen werden allemaal Commodores 64 geplaatst. Iemand moest er wat mee gaan doen. Ik ben het gaan proberen en het ging me goed af. Het lukte allemaal vrijwel meteen en het leek gewoon of ik er talent voor had. Voor die tijd had ik nooit over programmeren nagedacht.

Philips informatiesystemen

Binnen twee, drie jaar zag ik ineens een advertentie staan van Philips informatiesystemen in Apeldoorn. Die zochten docenten die in het Engels uitleg konden geven over hun systemen. Ik wist er niet zo veel van, dus las ik er een boek over. Daarna werd ik gevraagd voor een gesprek. Ik werd aangenomen en moest heel hard aan de bak om les te gaan geven. Dat heb ik wel gered en daar heb ik dan ook super veel geleerd. Op een gegeven moment ging ik producten ontwikkelen en moest ik ze ook ondersteunen. Als er dan vragen waren moest ik antwoord geven omdat anderen dan niet wisten hoe het werkte. Ik moest er ook boeken over schrijven die heel de wereld over gingen.

Daarna ben ik wat anders gaan doen binnen Philips waardoor ik veel in het buitenland zat en dan voornamelijk Engeland. Waarbij ik naar klanten toeging om hardware systemen te installeren. Daarnaast heb ik ook veel software geleverd, maar net wat ze nodig hadden. Ook leerde ik mensen hoe ze het eindproduct moeten gebruiken. Later ging ik alleen nog terug naar die mensen om problemen op te lossen. Ik ging dan ook niet eerder weg, dan dat het probleem was opgelost. Ik was dan een soort tussenpersoon tussen ontwikkeling en de klant. Omdat ik beide richtingen op kan denken werkte dat goed.

Op een bepaald moment is Philips failliet gegaan. Dat weten de meeste Nederlanders niet maar het bedrijf is toen overgenomen door DEC (Digital Equipment Corporation). Philips heeft dan ook nooit winst gemaakt, omdat het vrij laat in de computersystemen stapte. Ik stopte toen met werken bij Philips omdat mijn persoonlijkheid niet meer bij de doelen van het bedrijf paste. Dan heb je het niet meer naar je zin en moet je gewoon wat anders gaan zoeken.

Overstap naar het onderwijs

Toen ben ik voor een verzekeringsmaatschappij in Londen gaan werken. Het bedrijf was veel in aanraking met Delta Lloyd  (heeft de Nationale Nederlander later overgenomen). Hierna heb ik bij nog een paar bedrijven gewerkt, maar uiteindelijk ben ik overgestapt naar het onderwijs. Dat was ook op het moment dat er internetcrisis was en dat er veel ICT-ers ontslagen werden.”

Hoe was het om op scholen les te geven?

“Op de scholen lesgeven is zo automatisch geworden en ik vond het echt leuk om te doen. Laat me een PowerPoint zien en ik kan er wat over vertellen. Na een tijd kreeg ik een baan aangeboden op Sint-Maarten. Daar zochten ze een docent informatica. Ik vond dat een mooie uitdaging omdat het een nieuwe omgeving is. Leren vind ik leuk en je moet je dan aanpassen aan de cultuur en het systeem daar. Vanuit die leergierigheid heb ik mezelf ook wat talen aangeleerd zoals: Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans.”

Wat was er op Sint-Maarten anders qua lesgeven dan in Nederland?

“Daar hebben ze alleen een ander beleid qua examens. In Nederland is het een SE (schoolexamen). Op Sint-Maarten is het een centraal examen (zie hiervoor ook cvte.nl) en moest je jezelf goed trainen voor bepaalde vaardigheden. Bijvoorbeeld: Je krijgt een verhaaltje over een computerprogramma dat het niet meer doet met de vraag: Schrijf de oplossing uit. Ik vind mezelf dan ook meer een trainer voor de leerlingen zo leer ik ze de vaardigheden door een doelstelling te maken die ze dan moeten bereiken.”

Terug in Nederland

“Na drie jaar ben ik weer teruggekeerd naar Nederland en ben ik op een school in Bussum les gaan geven. Ik heb daar met plezier gewerkt en wilde het goed achterlaten. Mijn opvolger was de afgelopen twee jaar nog druk bezig met studeren, waardoor hij niet alle klassen kon hebben. Hij gaf de nieuwe leerlingen les en ik heb de klassen 5 en 6 lesgegeven. Nu hebben al deze leerlingen hun diploma gehaald waardoor ik nu echt met pensioen ben.

Het beleid op scholen vind ik veranderd. Ze laten leerlingen nu veel meer zwemmen, waardoor ze zelf alles moeten uitzoeken. Als je vragen hebt moet je ze stellen. De leerlingen haken dan vrij snel af, omdat ze ergens tegenaan lopen. Mijn stijl is meer om de leerlingen mee te nemen in het proces waardoor ze bijblijven maar tegelijkertijd ook heel veel leren en kunnen zien hoe het moet. Ik heb dan ook een eigen website waar ik kleine opdrachtjes inzet, maar alle andere opdrachten die ik gaf gebruikte ik van Fundament.

Hoe ging het bij jou in de lessen?

“Vanuit de school wordt erop aangestuurd dat we veel klassikaal moesten werken. Zo werkte ik altijd met een scrumbord. Op dat scrumbord kan je de namen van het groepje zetten en kan je de opdrachten aan de namen koppelen. Als docent kan je dan zien wat de leerlingen doen en kan je de leerlingen aanspreken waar ze mee bezig zijn. Ik vind het dan ook leuk om te zien hoe de leerlingen bezig zijn en dat de leider van het groepje alle taken goed verdeelt.”

Corona

Hoe vond je het om tijdens corona les te geven?

“Eigenlijk vond ik het wel fijn. Ik had het goed voor elkaar, wist hoe ik alles moest gebruiken. Tijdens de les liet ik uitlegfilmpjes zien die ik had gemaakt. Ik liet de leerlingen dan opdrachten maken en dan konden ze individueel vragen stellen aan mij. Kortom: eigenlijk ideaal!”

Hoe vonden andere docenten het?

“De andere docenten hadden er iets meer last van, maar het ligt er ook maar net aan hoe je band is met de kinderen. Ik had er zelf niet zo’n moeite mee omdat ik van nature heel afstandelijk ben. Ik wil meestal ook eigenlijk geen privé dingen van de leerlingen weten, omdat ik dan bang ben dat ik leerlingen anders ga behandelen.

De trend in Nederland is om heel betrokken bij leerlingen te zijn, alleen ik heb dat totaal niet. De meeste collega’s weten dan ook niet veel van mij. Ik heb dat een beetje meegekregen uit de Engelse cultuur. In Engeland kan je bijvoorbeeld een hele fijne collega hebben, maar als hij jou een keer uitnodigt kan het een heel ander persoon zijn. Nou gebeurt het ook zelden dat je daar wordt uitgenodigd bij je collega’s.”

Ontwikkelingen

Welke ontwikkelingen heeft het vak meegemaakt?

“Vroeger had je de Commodore 64. De Commodore 64 had een gebruiksaanwijzing die ik helemaal wist en als er iets niet klopte wist ik meteen waar het fout zat. Ik kon het apparaat beheersen en ik wist wat ik deed. Nu is het zo dat bijna alles is voorgeprogrammeerd waardoor je niet alles meer weet. Zo is het werk een stuk moeilijker geworden en moet je je specialiseren op een bepaald soort product. Dan ben je een expert op dat product. Alleen leer je over het algemeen niet veel extra’s.

Ik ben ook een expert geweest en er werd ook veel mee verdiend. Alleen ik vond het niet leuk, dus daarom ben ik toen weer het onderwijs in gegaan. Maar om terug te komen op je vraag. Vroeger kon je alles weten en werd het maar voor één ding gebruikt en dat was administratie. Nu is de context heel erg veranderd en wordt het bij bijna elk product gebruikt.

Vroeger gebruikte ik altijd mijn eigen methodes, maar nu heb je andere methodes zoals Fundament. Het voordeel als je een methode gebruikt is dat je het niet allemaal zelf hoeft uit te zoeken en nakijken. Ik gebruikte dan eigenlijk heel af en toe nog een opdracht van mezelf. Ik vind dat Fundament daar een heel goed programma voor heeft met mooie opdrachten.

Instruct

Wat vind je zo fijn aan Fundament?

“Ik vind het fijn dat het niveau niet zo hoog ligt. Andere docenten zullen misschien totaal anders denken over dat niveau. Maar ik vind het een mooie methode omdat: Het een goede basis is voor de leerlingen waardoor ze in een keer door kunnen groeien. Ik heb ook gemerkt dat ik de opdrachten zo aan de leerlingen kan geven zonder uitleg. De uitleg bij het vak is zeer duidelijk en ze kunnen zichzelf hierdoor snel ontwikkelen en op hun eigen tempo werken.”

Ging je wel eens naar de bijeenkomsten van Instruct?

“Ja vroeger wel toen ze het aan het ontwikkelen waren. Zo zat ik in de TOPgroep en waren we druk bezig om een mooi systeem neer te zetten. Ik heb me nu ook aangegeven voor de helpdesk bij Fundament zonder vakdocent.”

Wat vind je van Fundament zonder vakdocent?

“Ik vind het een goed concept. Het heeft alleen wel met je doelstellingen te maken. Maar ik snap het wel, want er zijn heel weinig informaticadocenten. Het is dan een goed idee om mensen het toch te laten leren. Want wat ik al eerder zei, bijna elk apparaat maakt nu gebruik van automatische systemen  en dat gaat alleen toenemen. Ik zal dan ook niet twijfelen over Fundament zonder vakdocent en heb er alle vertrouwen in dat het een mooie methode wordt.”

Wat nu

Ik merk nu ook dat ik de energie van de kinderen niet meer aankan. Je kan jezelf wel voorstellen dat er 25 leerlingen in de klas zitten die aandacht willen. Je moet iemand helpen maar tegelijkertijd moet je de klas in de gaten houden wat er gebeurt. Èn je moet zorgen dat ze niet te druk worden. Vroeger ging dat vanzelf, maar nu heb ik er toch wel moeite mee. Het is dan ook een mooie tijd geweest en ik kan lekker met pensioen gaan.”

Wil je ooit nog verhuizen?

“Ja, ik ben wel iemand die ergens anders heen zou willen, maar mijn vrouw wil niet verhuizen naar het buitenland. Als het aan mij zou liggen, verkocht ik het hier en kocht ik een oud huisje in Spanje. Zo kan je lekker klussen en genieten van het leven. Vroeger wilde ik eigenlijk altijd naar Engeland maar in het geval met de Brexit lijkt het mij niet meer verstandig om daar te gaan wonen.”

Hoe ga je je vrije tijd invullen?

“Ik ben natuurlijk nu pas echt met pensioen, dus ik houd nu helemaal veel tijd over. Ik ga in de zomer altijd naar festivals in Engeland en ik speel gitaar. Naast het gitaarspelen heb ik nu ook een boek gekocht om te gaan zingen met gitaar. Vroeger kon ik dat goed alleen ik heb het door de jaren heen laten versloffen. Ik wil misschien ook weer gaan tekenen omdat ik dat vroeger ook deed. Daarnaast schaak ik af en toe bij de schaakclub in Utrecht.”

 

Eerder verschenen in de rubriek Uitgewerkt:

Wil je ook in de rubriek ‘Uitgewerkt’, net als Hans van den Burg? Stuur dan een mail naar [email protected] en we nemen contact met je op voor een interview.