Onderzoek toont aan dat er grote verschillen in digitale geletterdheid zijn tussen leerlingen van hetzelfde onderwijsniveau. Hiermee staan docenten voor een uitdaging. Digitale geletterdheid wordt mogelijk binnenkort opgenomen in het curriculum. Wat betekent dat docenten serieus met deze niveauverschillen aan de slag moeten. Dit terwijl het vakgebied Digitale Geletterdheid voor hen nog redelijk nieuw is. Dit laat de Leerlingmonitor Digitale Geletterdheid 2020 van Kennisnet zien.
Uit onderzoek, door Universiteit Twente, blijkt dat er grote verschillen zijn in digitale vaardigheden tussen leerlingen. De ene groep leerlingen is een stuk digitaal vaardiger dan een ander groep leerlingen uit diezelfde klas. Het onderzoek bestond uit een digitale toets die is gegeven onder 746 leerlingen tussen de 10 en 13 jaar in het basis- en voortgezet onderwijs.
Uit de toets blijkt dat er een opbouw zit in het verwerven van vaardigheden. De meerderheid van de leerlingen is in staat digitale producten, als blogs, te maken. Het zoeken naar relevantie informatie op het internet, het maken van een sterk wachtwoord en het ethisch bewust handelen blijkt voor veel leerlingen een stuk moeilijker. Beoordelen of informatie relevant en/of te vertrouwen is en het oplossen van alledaagse vraagstukken met ICT vinden veel leerlingen een stuk ingewikkelder.
De opstellers van de monitor adviseren docenten al op de basisschool een stevig fundament in digitale geletterdheid te leggen, zoals het bewust omgaan met privacy en het uitwisselen van digitale informatie. Naast aandacht voor leesvaardigheid in het algemeen zou op scholen ook meer aandacht besteed kunnen worden aan het lezen van niet-lineaire digitale teksten. Het lezen van teksten op internet omvat namelijk andere leesvaardigheden dan het lezen van boeken.
De Leerlingmonitor laat zien dat docenten bij de invoering van digitale geletterdheid een bijzonder complexe beginsituatie aan zullen treffen. Zij zullen niet alleen moeten schakelen tussen de verschillende onderwijsniveaus, maar ook binnen de onderwijsniveaus. Zo krijgt zowel een vwo- als een vmbo-docent te maken met hoogpresteerders en laagpresteerders in digitale geletterdheid.
Wanneer digitale geletterdheid wordt opgenomen in het curriculum, moeten de bijbehorende kennis en vaardigheden ook gemeten kunnen worden. De opstellers van de Leerlingmonitor pleiten daarom voor goede meetinstrumenten die de vaardigheden van een leerling in kaart kunnen brengen. Alleen als een docent weet waar de zwakke plekken zitten, kan het onderwijs goed aansluiten op het niveau van de leerlingen en is het mogelijk de digitale kloof te verkleinen.
Benieuwd naar de resultaten van het onderzoek?
Download het volledige document hier.
Meer weten over de methode DIGIT voor digitale geletterdheid en het aanleren van digitale vaardigheden voor het basisonderwijs en voortgezet onderwijs?
Bekijk wat de methode DIGIT-po en DIGIT-vo voor jou en je leerlingen kan betekenen.
Lees ook het artikel ‘Digitale geletterdheid, hoe doe je dat?’ en download het whitepaper met Tips voor implementatie.
Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen? Volg ons op Linkedin en Twitter.